Heb je studenten wel eens horen zeggen: ‘Dit vak haal ik toch nooit’ ‘hier heb ik echt de hersens niet voor? Zulke uitspraken komen voort uit iemands overtuigingen. Hierin komt het concept mindsets aan bod en worden de twee mindsets (belemmerende tegenover helpende overtuiging) en het pygmalion effect behandeld. Er kan een vierslag binnen dit thema worden gemaakt door professionals bewustwording te geven over eigen overtuigingen in leergedrag. Vervolgens de focus te leggen op de overtuigingen van hen met betrekking tot ontwikkelmogelijkheden van studenten.

Doen je studenten van alles tegelijkertijd? Kunnen ze zich niet concentreren? Hier gaat over hoe de focusmode (en verschillende hersengebieden) het beste ingezet kan worden om leerrendement bij studenten te vergroten. Er wordt ingegaan op uitstelgedrag, multitasking, task-residue, werkgeheugen en lange termijn geheugen. Vervolgens wordt freemode uitgelegd waarbij aspecten als creativiteit en consolidatie aan de orde komen.

Lukt het je niet altijd om studenten te motiveren voor jouw lessen? Hier wordt het begrip motivatie ontleed. De ouderwetse kijk op motivatie wordt opnieuw tegen het licht gehouden met behulp van recent wetenschappelijke onderzoek. Zo wordt er onderscheid gemaakt tussen soort en hoeveelheid in motivatie. Je inventariseert je eigen motivatie door een gevalideerde motivatievragenlijst in te vullen (in het boek aanwezig). Daarna worden verschillende manieren geanalyseerd om positieve motivatie uit te breiden. Dit wordt gelinkt aan andere wetenschappelijke concepten zoals deliberate practice, feedback, feedforward & feedup, goalsetting en tijdoriëntatie. Er wordt geanalyseerd welke motivationele vaardigheden deelnemers kunnen inzetten tijdens hun lessen en hoe ze de student meer zelfregie kunnen laten nemen.

Zie je bij studenten de beste voornemens, maar toch uitstelgedrag? Er wordt behandeld hoe het komt dat we vaak onze voornemens niet waar kunnen maken. Maar ook hoe je jezelf of studenten kunt ‘tricken’ om wél tot actie te komen. We gaan in op hoe gewoontes in elkaar zitten. Hoe je slechte gewoontes kunt aanpassen en hoe je langdurige productieve gewoontes kunt ontwikkelen én kunt vasthouden.